Zo’n 3 jaar geleden tekende zich een opvallende toename van winkeldiefstallen en zakkenrollerij af in het winkelgebied in Nijmegen. Uit een analyse daarvan kwam naar voren dat de meeste overlast werd veroorzaakt door een groep (minderjarige) asielzoekers. Nijmegen-Oost heeft een asielzoekerscentrum (azc). Een opmerkelijke uitkomst van de analyse was dat het merendeel van de overlastplegers niet van dat azc kwam, maar onder andere van de azc’s in Grave, Overloon, Budel en Boxmeer. De laatstgenoemde is inmiddels gesloten. Ook het winkelgebied van Venray ondervond met regelmaat overlast, voornamelijk vanuit een groep van het azc in Overloon.
‘Ze stappen op de bus en daar gaat het vaak al mis’
De groep overlastgevende asielzoekers bestaat met name uit mensen die weinig tot geen perspectief hebben op een status hier in Nederland. Het zijn derdelanders, met een andere nationaliteit dan die binnen de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Maar ook veiligelanders, uit landen die zijn opgenomen in de lijst van veilige landen van herkomst. Of Dublinclaimanten, die via een ander Europees land hier naartoe kwamen en terug moeten naar dat eerste land om hun asielprocedure af te wachten.
“Ze stappen op de bus en daar gaat het vaak al mis”, vertelt Riëtte Sluiter, regisseur Veiligheid bij de gemeente Nijmegen. Geen vervoersbewijs, intimiderend gedrag tegenover de chauffeur en medepassagiers. Ze stappen uit in het winkelcentrum van Nijmegen en gaan daar door met hun grensoverschrijdende gedrag. Agressie, diefstal, zakkenrollen.
Sluiter: “We horen dat er ook geprepareerde tassen worden gebruikt bij de winkeldiefstallen, met name bij de grotere ketens. De gestolen kleding, mobieltjes en dergelijke worden op een verzamelplaats bewaard, bijvoorbeeld bij iemand die in een café zit. Dus er is sprake van een georganiseerde criminaliteit.” In de horecagelegenheden stoten de overlastgevers tegen de klanten aan, die al een flinke slok achter de kiezen hebben, en halen ongemerkt hun zakken leeg. Of ze gaan ‘voetballen’ tussen het publiek en trekken de portemonnee of telefoon uit de zak van wie spontaan meedoet of ertussen raakt.
De burgemeesters van Nijmegen, Grave, Venray en Boxmeer gingen rond de tafel met de ketenmarinier van het ministerie van JenV, die speciaal is aangesteld om overlastgevende asielzoekers aan te pakken. Met elkaar besloten ze tot extra inzet van handhavers in de openbare ruimte en het openbaar vervoer. Dat was het begin van het Flying Squad, een team van 5 boa’s, die nauw samenwerken met de reguliere boa-teams van de betrokken gemeenten en de politie. Later sloot Sint-Anthonis ook aan bij dit initiatief.
Boa’s die handhaven in de openbare ruimte, moeten binnen de gemeentegrenzen blijven. Boa’s die openbaarvervoerbedrijf Connexxion veilig houden, mogen niet handhaven bij ov-bedrijf Arriva en andersom. In het convenant dat de samenwerkende gemeenten met elkaar ondertekenden, is afgesproken dat het Flying Squad, waarvoor boa’s worden ingehuurd bovenop de reguliere boa’s die al in de gemeenten werken, niet gehinderd worden door de gemeentegrenzen van de deelnemende gemeenten. Ze mogen controleren op de trajecten van beide ov-aanbieders. Dankzij de aanwijzing op basis van de samenwerkingsovereenkomst in alle gemeenten, zijn ze bevoegd om op te treden waar dat nodig is. De openbaarvervoerbedrijven tekenden met elkaar een eigen convenant.
‘We kunnen nu veel beter inzetten op de hotspots’
“Het was geen simpele opgave om tot een samenwerkingsovereenkomst te komen waar alle partijen zich in konden vinden”, laat Milou Auwens weten. Ze is adviseur Openbare Orde en Veiligheid van gemeente Land van Cuijk, sinds dit jaar een fusiegemeente van onder andere Boxmeer en Grave. “We werkten tijdens de ondertekening met 5 gemeenten, 3 politiebasisteams, 3 parketten van het Openbaar Ministerie (OM), in 3 provincies: Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Er waren verschillende belangen en wensen, het kostte tijd om een middenweg te vinden.” Omdat dit nieuwe concept nog niet bestond in Nederland, moest er van alles worden uitgezocht over hoe dit juridisch geregeld moest worden en wat de risico’s zijn rondom de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet politiegegevens. “Die spreken elkaar weleens tegen”, zegt Sluiter.
Toen na ruim een halfjaar bleek dat enkel de burgemeesters van de samenwerkende gemeenten en de direct toezichthouder het convenant moesten ondertekenen, kwam de samenwerking in een stroomversnelling. Sluiter: “Eigenlijk is dit een overeenkomst die alleen maar toeziet op de besteding van de gelden van het ministerie, waarmee we de 5 externe boa’s inhuren, en het organiseren van het project. Dat zijn 2 boa’s domein 4 en 3 boa’s domein 1, dus we hebben voor zowel het OV als de openbare ruimte capaciteit beschikbaar. Zij trekken intensief met elkaar op.” Normaal gesproken vallen de boa’s onder de gemeente, maar de direct toezichthouder houdt zicht op de inzet van boa’s buiten een bepaald domein. In dit geval reiken de bevoegdheden van de boa’s in domein 1, openbare ruimte, en domein 4, openbaar vervoer, over de gemeentegrenzen en die van de ov-bedrijven.
Na een hobbelige start, is het Flying Squad nu ruim een jaar actief. De samenwerking met de basisteams is intensief en de boa’s van het Flying Squad schuiven aan bij de politie-overleggen. “Bij ons in Grave is de meerwaarde dat het team zichtbaar is, zowel voor de bewoners als de ondernemers”, vindt Auwens. “Ook voor het COA is het team benaderbaar”. Sluiter is het daarmee eens: “De partners weten elkaar te vinden en we kunnen nu veel beter inzetten op de hotspots.” Op koopavonden, de december-koopdagen, op de kermis, tijdens de sinterklaasintocht en de Vierdaagse.
‘Ze verdwijnen onder de radar, met bestemming onbekend’
Ook de groep overlastgevende asielzoekers kreeg de efficiëntie van het Flying Squad door. Op een gegeven moment steeg het aantal winkeldiefstallen en zakkenrollerij in de wijk Dukenburg, enkele haltes voor het Nijmeegse stadscentrum. Auwens: “Het fijne van het Flying Squad is dat het flexibel kan meebewegen naar Dukenburg of andere plekken binnen de samenwerkende gemeenten.”
Regelmatig maakt het Flying Squad een ronde op de azc’s. Niet om op te treden, maar om de lijnen kort te houden met het COA en om de nieuwe bewoners te leren kennen. Dat is geen overbodige luxe, want er zijn nog grote zorgen rondom de groep overlastgevers. “De laatste tijd merken we op dat er WhatsAppgroepen zijn van waaruit samenkomsten in en rond Nijmegen worden georganiseerd”, geeft Sluiter aan. “Ze zijn vooral afkomstig uit de regio Grave, maar er zitten ook mensen tussen die in andere azc’s verblijven elders in het land.”
Een andere zorg is dat de asielzoekers zonder perspectieven zich vermengen met de lokale dak- en thuislozen, alcohol- en drugsgebruikers, en sekswerkers. Sluiter: “Ik heb geen zicht op in hoeverre de asielzoekers middelen gebruiken, maar als deze kwetsbare groepen met elkaar gaan mixen, kunnen de huidige problemen verergeren.”
De flexibiliteit en efficiëntie waarmee het Flying Squad kan vaststellen waar de overlast zich bevindt en het kan aanpakken, maakt nog niet dat alle knelpunten rondom de problematiek verholpen zijn. Marokko bijvoorbeeld, is een veilig land, maar Nederland heeft geen uitleveringsverdrag met Marokko. We kunnen Marokkanen die hier niet in aanmerking komen voor asiel dus niet terugsturen. “Mensen worden buiten de poort van het azc gezet en houdoe”, merkt Auwens op. “Ze verdwijnen onder de radar, met bestemming onbekend.”
‘Dat probleem lossen we niet op met het Flying Squad’
Een andere frustratie is dat zaken van dit type overlastplegers soms ook geseponeerd worden. Zoals in Gelderland, waar de druk bij de rechtbank zo hoog is, dat er 1500 zaken zijn geseponeerd. Sluiter: “Daar zitten ook een aantal zaken bij van ons en dat is wel enorm zuur.” Uiteindelijk maakt het huidige asielsysteem het heel lastig om overlastplegers het land uit te krijgen of in een versoberd regime te plaatsen. “Dat probleem lossen we niet op met het Flying Squad, want het is dweilen met de kraan open”, aldus Sluiter.
Toch hopen Auwens en Sluiter dat ze het Flying Squad kunnen voortzetten. De meerwaarde valt niet in harde cijfers uit te drukken, als een percentage van het voorkomen van overlast. De meerwaarde zit hem vooral in de samenwerking, het verbinden van de partners uit de verschillende domeinen, het kennen van de groep overlastplegers en zicht houden op de problematiek. Het ministerie van JenV financiert nu het gehele project, inclusief de 5 boa’s die worden ingehuurd via een handhavingsbureau.
Eind juli is de subsidie voor 2023 toegekend. Auwens: “Ieder jaar moeten we opnieuw een aanvraag doen en dan zitten we tussen mei en augustus in onzekerheid over het voortbestaan van het project.” Dat is jammer. Immers, als eerste gemeente-overstijgend samenwerkingsverband dat een dergelijke aanpak heeft opgezet, kan de projectgroep heel goed dienen als gesprekspartner voor andere gemeenten of partijen die eenzelfde soort samenwerking wil opstarten. <<
Meer weten over de inzet van boa’s in de openbare ruimte? Raadpleeg het webdossier over boa’s van het CCV of neem contact op met adviseur Nienke van Zelst, via e-mail: nienke.vanzelst(at)hetccv.nl of telefoon: 06 119 087 71. |