Als Hester van Buren naar het televisieprogramma De Rijdende Rechter kijkt, dan ziet ze vaak burenconflicten die nodeloos ontploft zijn. Als bestuursvoorzitter bij de Amsterdamse woningcorporatie Rochdale en ambassadeur van buurtbemiddeling, ziet ze ook in de praktijk veel hoogopgelopen situaties voorbijkomen. “In feite gaat het helemaal niet om die overhangende goot of de boom waar veel blad vanaf komt. Een conflict kan jaren slepen en beheerst de levens van de betrokkenen. Zo triest.” Iemand die voor beide buren het gesprek kan leiden, kan vaak al voldoende zijn om het niet zover te laten komen. De vrijwilligers van buurtbemiddeling voeren zulke gesprekken met ruziënde bewoners, die er zelf niet meer uitkomen. Uiteindelijk zoeken de buren zelf een oplossing waar beide achter staan.
‘Veel van de zaken die wij doorverwijzen naar buurtbemiddeling, worden opgelost’
Geluidsoverlast is de grootste bron van ergernis tussen buren. Gevolgd door overlast van dieren, kinderen en stank. In willekeurige volgorde. Veel Amsterdamse huizen zijn behoorlijk gehorig. De bovenburen hebben vaak niet in de gaten hoeveel geluid ze produceren. Gesprekken met een buurtbemiddelaar kunnen in zo’n geval bewustwording opleveren en afspraken over schoenen uittrekken en tijdstippen waarop de kinderen niet meer door het huis mogen rennen.
Buurtbemiddeling in cijfers Rochdale werkt al zo’n 10 jaar met buurtbemiddeling. Jaarlijks verwijst de woningcorporatie, met 42.000 woningen, zo’n 1100 zaken door, waarvan er zo’n 200 uitmonden in een buurtbemiddelingstraject. De gemeente Amsterdam neemt de helft van de kosten voor buurtbemiddeling voor haar rekening, Rochdale en de andere Amsterdamse woningcorporaties betalen de andere helft. In Amsterdam wordt buurtbemiddeling georganiseerd vanuit de stichting Beter Buren. Landelijk wordt buurtbemiddeling aangeboden in 256 gemeenten. In 2016 werden in totaal 13.000 meldingen gedaan. Daarvan werd 90 procent behandeld en van dat deel werd 70 procent positief afgerond. Een bemiddelingstraject bestaat doorgaans uit 3 gesprekken: met de melder buur A, met buur B over wie is geklaagd en een gesprek met beide buren samen. Lees ook: Gesteggel in volks- en Vinex-wijken. |
Van Buren is enthousiast over buurtbemiddeling. De bemiddelaars komen zelf ook uit de buurt en bemiddelen op vrijwillige basis. Die belangeloosheid is van groot belang, benadrukt Van Buren. Ruziënde buren moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen. De standaardvraag vanuit Rochdale aan huurders die aankloppen met een klacht over de buren, is of ze al het gesprek zijn aangegaan. Meestal is dat niet het geval, veel mensen durven hun buren niet aan te spreken op oneffenheden. Zij bellen liever de woningcorporatie. Nieuwe bewoners laten vaak na om kennis te maken met hun buren en dat zet kwaad bloed onder de andere bewoners van bijvoorbeeld een portiek. Juist die anonimiteit maakt het lastig om elkaar aan te spreken op iets wat aanvankelijk nog helemaal niet zo groot is.
Een buurtbemiddelaar is onpartijdig, dat is de woningcorporatie in de ogen van bewoners niet altijd, stelt Van Buren vast. “Natuurlijk proberen we onafhankelijk te zijn wanneer een conflict bij ons wordt gemeld, maar in de ogen van degene over wie is geklaagd, staan wij naast de melder. Dan worden wij als bedreigend ervaren. Of we komen binnen en stevenen regelrecht af op een oplossing: als u niet meer de was over het balkon hangt, dan moet de ander er niet meer over klagen.” Buurtbemiddelaars hebben meer tijd, rust en gaan veel dieper. Zij laten het aan de buren zelf over om te komen tot een oplossing.
‘De politie is ook een belangrijke partij, want die beschikt over meldingen van overlast’
Ander voordeel dat Van Buren aanstipt, is dat de bemiddelaars de huis-tuin-en-keukenproblemen weghalen bij de corporatie. Rochdale kan zich daardoor bezighouden met ernstiger zaken. “Veel van de zaken die wij doorverwijzen naar buurtbemiddeling, worden opgelost of ze verergeren in ieder geval niet. Mocht het wel zover komen dat opschalen nodig is, dan kunnen wij veel sneller onze netwerkpartners inzetten. Immers, de bemiddeling is dan al uitgevoerd en mislukt.”
Ongeveer een derde van de buren die een conflict met elkaar hebben, komt er met buurtbemiddeling niet uit. In zo’n geval komt de klacht terug bij Rochdale. De woningcorporatie onderzoekt dan bij omwonenden en politie of er meer klachten zijn over deze bewoners. Als er geen sprake is van een zorgvraag, maar de bewoner blijkt een notoire overlastgever, dan krijgt hij eerst een waarschuwing. Negeert hij dat, dan volgt er een heel traject – vaak samen met andere netwerkpartners – om ervoor te zorgen dat de overlast stopt. Baat dat niet, dan gaat er uiteindelijk aanvraag naar de rechter voor een ontruiming.
‘Eenmaal uit de anonimiteit, is er ook geen overlast meer’
Maar voordat het zover komt, is er al veel leed geleden. “Dat is heel erg, je zal er maar naast wonen”, merkt Van Buren op. Ze benoemt het probleem dat mensen vaak bang zijn om een verklaring op papier te zetten of te getuigen, want als de overlastveroorzaker daar lucht van krijgt, zijn ze de pineut. “Maar bij de rechter hebben we wel verklaringen nodig”, onderstreept Van Buren. “De politie is ook een belangrijke partij, want die beschikt over meldingen van overlast.”
Hoe effectief ook, buurtbemiddeling is niet in ieder geval van burenoverlast geschikt. Van Buren ziet een verschuiving van het soort bewoners dat huurt via Rochdale. In toenemende mate huisvest de woningcorporatie kwetsbare groepen. Mensen die uit de maatschappelijke opvang komen, ouderen die langer op zichzelf moeten blijven wonen, mensen die voorheen in de psychiatrie zouden zijn opgenomen, maar die nu thuis worden bezocht. Voor die meer kwetsbare bewoners zijn professionals nodig, daarvoor werkt Rochdale ook samen met bijvoorbeeld het Leger des Heils of HVO Querido. Wanneer overlast volledig escaleert, dan is de Amsterdamse Treiteraanpak een uiterst redmiddel om het slachtoffer van een treitersituatie te beschermen. Maar dat zijn extreme gevallen, het ‘neusje van de zalm’ onder de bewonersconflicten. Een opeenstapeling van problemen waar buurtbemiddelaars simpelweg niet tegenop zijn gewassen.
Voor de gevallen waarin bewoners wel aanspreekbaar zijn, hamert Van Buren erop om de mensen uit de anonimiteit te halen. Betrek buren bij elkaar, laat ze elkaars achtergrond leren kennen. “Eenmaal uit de anonimiteit, is er ook geen overlast meer.” <<
Meer weten over buurtbemiddeling? Neem contact op met Frannie Herder via e-mail: frannie.herder(at)hetccv.nl of telefoon: (06) 12 064 772. Bekijk ook het dossier op de website van het CCV.